Arbo handreiking
Werkzaamheden door jeugdigen
Inleiding
Jeugdige werknemers kenmerken zich over het algemeen door een geringer besef van gevaren, speelsheid, grotere beweeglijkheid, minder verantwoordelijkheidsbesef en minder aandacht voor de persoonlijke gezondheid.
Als jeugdigen worden ingezet voor werkzaamheden aan boord van een schip moet er met deze kenmerken rekening worden gehouden.
Specifiek In de tankvaartbranche zijn de risico’s voor een ongewenste gebeurtenis nadrukkelijker aanwezig, maar ook in de overige binnenvaart sectoren zoals droge lading en containervaart geldt speciale aandacht voor de uit te voeren werkzaamheden door jeugdigen.
Een gedegen instructie, voorlichting en toezicht door de werkgever op de naleving van de procedures en regelgeving door de jeugdigen is een absolute basisvoorwaarde!
Naast een beschrijving van het risico’s worden diverse aanbevelingen en praktische handvatten via dit blad geboden.
Aan boord kunnen jongeren worden onderverdeeld in de volgende categorieën:
- Jongeren die in gezinsverband aan boord wonen, maar niet werken.
- Werkende jongeren
In de zin van de Arbeidstijdenwet zijn de werkende jongeren vervolgens onder te verdelen in:
- Kinderen, 15 jarigen
- Jeugdigen, dit zijn de 16-, en 17-jarigen
Wat zijn de specifieke risico’s voor jeugdigen?
Een belangrijk risico voor jeugdigen ten opzichte van een volwassen werknemer is de risico van de lading (product) waarbij speciale aandacht voor
- Blootstelling aan CMR stoffen
- Carcinogeen (kankerverwekkend)
- Mutageen (stoffen die het erfelijk materiaal aantasten)
- Reprotoxisch (voor de voortplanting giftige stoffen)
De risico’s van blootstelling aan dergelijke stoffen hebben op jeugdige leeftijd niet direct gevolgen, maar kunnen zich op latere leeftijd openbaren.
Voor moeilijk afbreekbare stoffen, zoals dioxines, pcb’s, hcb’s en voor metalen als cadmium en lood geldt dat ze zich opstapelen in het lichaam bij het ouder worden. In dat geval spreken we van een chronische vergiftiging waarvan de oorzaak een aanraking of blootstelling aan een kleine hoeveelheid giftige stof over een langere periode is.
Jeugdige werknemers kenmerken zich door een hoge mate van onwennigheid en onervarenheid om geconcentreerd langdurig achtereen werkzaamheden uit te voeren.
Jeugdige werknemers kenmerken zich over het algemeen door een geringer besef van gevaren, speelsheid, grotere beweeglijkheid, minder verantwoordelijkheidsbesef en minder aandacht voor de persoonlijke gezondheid.
Er is een specifiek risico op teveel gemaakte werktijden aan boord in relatie tot verplichte scholingstijden.
Jeugdige werknemers zijn nog niet volgroeit, dit heeft invloed op de mogelijke fysieke belasting van de jeugdige werknemer.
Maatregelen om de risico’s te beperken
Algemeen
Jeugdige werknemers worden in de gelegenheid gesteld om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan, zodra uit de risico-inventarisatie en -evaluatie blijkt, dat jeugdige werknemers arbeid moeten verrichten waaraan specifieke gevaren, met name voor arbeidsongevallen als gevolg van het gebrek aan werkervaring, het niet goed kunnen inschatten van gevaren en het niet voltooid zijn van de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van de jeugdige werknemer, zijn verbonden.
Verplicht deskundig toezicht
Jeugdigen mogen uitsluitend onder deskundig toezicht de volgende werkzaamheden uitvoeren:
- Werken met stoffen die ontplofbaar, irriterend of bijtend zijn
-
Werken met stoffen die schadelijk zijn en als toevoeging “onherstelbare effecten niet uitgesloten” hebben
De gevaar aanduidingen horen op de verpakking van stoffen te staan.
Voorbeelden van dit soort werkzaamheden zijn; Chemische middelen gebruiken bij spoelen, of bij het schoonmaken van ladingtanks - Werken met persgassen
- werken met onder druk vloeibaar gemaakte gassen en
- werken met opgeloste gassen.
- In de tankvaart mogen jeugdigen zonder toezicht geen operationele handelingen uitvoeren zoals het aan en afkoppelen van de laadarmen / laadslangen, meten van ladingtanks, betreden van besloten ruimten.
Verboden werk
Jeugdige werknemers mogen geen arbeid verrichten:
- Met gevaarlijke stoffen die voldoen aan een van de volgende gevarenaanduidingen als bedoeld in de EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (CLP = Classification, Labelling and packaging)):
H-zinnen voor materiële gevaren |
|||
Code H-zin |
van toepassing op |
tekst |
etiket |
200 |
Ontplofbare stoffen, instabiel |
Instabiele ontplofbare stof |
|
201 |
Ontplofbare stoffen, subklasse 1.1 |
gevaar voor massa-explosie |
Zie H-200 |
202 |
Ontplofbare stoffen, subklasse 1.2 |
ernstig gevaar voor scherfwerking |
Zie H-200 |
203 |
Ontplofbare stoffen, subklasse 1.3 |
gevaar voor brand, luchtdrukwerking of scherfwerking |
Zie H-200 |
204 |
Ontplofbare stoffen, subklasse 1.4 |
Gevaar voor brand of scherfwerking |
Zie H-200 |
205 |
Ontplofbare stoffen, subklasse 1.5 |
Gevaar voor massa-explosie bij brand |
Geen etiket |
220 |
Ontvlambare gassen, gevarencategorie 1 |
Zeer licht ontvlambaar gas |
|
221 |
Ontvlambare gassen, gevarencategorie 2 |
Ontvlambaar gas |
Geen etiket |
222 |
Aerosolen, gevarencategorie 1 |
Zeer licht ontvlambare aerosol |
|
224 |
Ontvlambare vloeistoffen, gevarencategorie 1 |
Zeer licht ontvlambare vloeistof en damp |
|
225 |
Ontvlambare vloeistoffen, gevarencategorie 2 |
Licht ontvlambare vloeistof en damp |
Zie H-224 |
240 |
Organische peroxiden, type A |
Ontploffingsgevaar bij verwarming |
|
241 |
Organische peroxiden, type B |
Brand- of ontploffingsgevaar bij verwarming |
|
242 |
Organische peroxiden, type C, D, E en F |
Brandgevaar bij verwarming |
H-zinnen voor gezondheidsgevaren |
|||
314 |
Huidcorrosie/-irritatie, categorie 1A, 1B en 1C |
Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel |
|
315 |
Huidcorrosie/-irritatie, categorie 2 |
Veroorzaakt huidirritatie |
|
318 |
Ernstig oogletsel/oogirritatie, categorie 1 |
Veroorzaakt ernstig oogletsel |
|
319 |
Ernstig oogletsel/oogirritatie, categorie 2 |
Veroorzaakt ernstig oogirritatie |
|
335 |
Specifieke doelorgaantoxiciteit bij eenmalige blootstelling, gevarencategorie 3, narcotische werking |
Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken |
|
EUH-zinnen voor aanvullende gezondheidseigenschappen |
|||
Code H-zin |
van toepassing op |
tekst |
etiket |
070 |
Giftig bij oogcontact |
|
|
071 |
Bijtend voor de luchtwegen |
|
|
-
Met biologische agentia van categorie 3 of 4
Biologische agentia zijn levende of niet levende organismen die een infectie, allergie of toxiciteit kunnen veroorzaken
Binnen de binnenvaart zal het werken met of blootstelling aan biologische agentia niet veel voorkomen, maar in het geval dit toch zou gebeuren geldt het verbod voor jeugdige werknemers om hier mee te werken:
-
Biologisch agens van categorie 3
Een agens dat bij de mens een ernstige ziekte kan veroorzaken en een groot gevaar voor de werknemers kan opleveren; er is een kans dat het zich onder de bevolking verspreidt, doch gewoonlijk bestaat er een effectieve profylaxe of behandeling.
-
Biologisch agens van categorie 4
Een agens dat bij de mens een ernstige ziekte veroorzaakt en een groot gevaar voor de werknemers oplevert; er is een grote kans dat het zich onder de bevolking verspreidt; gewoonlijk bestaat er geen effectieve profylaxe of behandeling.
Meer Informatie hierover kan worden opgevraagd bij Arbodiensten of bij de Arbeidsinspectie.
-
Met toestellen die schadelijke niet-ioniserende elektromagnetische straling kunnen uitzenden.
Bijvoorbeeld seal-apparatuur, lasers en radarinstallaties.
-
Op een arbeidsplaats waar de dagelijkse blootstelling aan lawaai 85 dB(A) of hoger is of de piekgeluidsdruk 140 Pa of hoger is.
-
Op een werkplaats waar blootstelling aan gevaarlijke trillingen kunnen optreden.
Arbeidstijden voor jeugdigen
-
Jeugdige werknemers (16 of 17 jaar oud) hebben recht op pauzes van:
- bij een arbeidstijd > 4,5 uur ½ uur aaneengesloten
- bij een arbeidstijd > 8 uur 3/4 uur, waarvan ½ uur aaneengesloten
- bij collectief overleg bij een arbeidstijd > 4,5 uur ½ uur welke mag worden gesplitst in 2 maal ¼ uur
-
Zij moeten hetzij
- een wekelijkse rust hebben van minimaal 2 dagen met inbegrip van de zondag, hetzij
- een wekelijkse rust van onafgebroken 36 uur met inbegrip van de zondag,
hetzij
- als een reis langer duurt dan vijf dagen; een rust van minimaal 16 dagen in elke periode van 10 weken. -
Bij de exploitatiewijzen A1 en A2 moeten zij in elke periode van 24 uur minimaal 16 uur rust krijgen, waarvan ten minste 12 uur onafgebroken.
De pauze van een half uur bij een werktijd > 4,5 uur is bij de 16 uur inbegrepen. -
Bij exploitatiewijze B geldt dat zij ten in elke periode van 24 uur minstens 16 uur rust moeten krijgen, waarvan ten minste 6 uur onafgebroken.
De pauze van een half uur is bij de 16 uur inbegrepen. -
Nachtelijke arbeid tussen 22.00 en 06.00 uur of tussen 23.00 en 07.00 uur in principe verboden is.
Dit verbod geldt niet als er voldoende compensatie is en nachtarbeid noodzakelijk is in verband met de opleiding. Dat wil zeggen dat bepaalde ervaring die nodig is om aan de opleidingseisen te kunnen voldoen, alleen maar in de nacht kan worden opgedaan.
Wetgeving en overige informatie
- Arbeidsomstandighedenwet art.8
- Arbeidsomstandighedenbesluit art. 1.35-1.37
-
Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 4.11, SZW-lijst van kankerverwekkende stoffen en processen Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden.
Deze versie van de lijst is ook te vinden op
www.rijksoverheid.nl
(http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gevaarlijke-stoffen) - AI-Blad 30 “Jongeren en arbeid”
- CLP (EU-GHS).
- http://www.arbokennisnet.nl/images/dynamic/Dossiers/Gevaarlijke_stoffen/D_Kanker verwekkende_mutagene_teratogene_stoffen.pdf
- Arbeidstijdenwet