Hefbaar stuurhuis

Arbo handreiking

Ingediend Deze inhoud is onderdeel van de Arbo handreiking en is ingediend voor goedkeuring als onderdeel van de Arbocatalogus.

Inleiding

Hefbaar stuurhuis in de hoogste stand
Hefbaar stuurhuis in de hoogste stand

In de binnenvaart worden in toenemende mate hefinstallaties geïnstalleerd om het stuurhuis hoger, dan wel lager te kunnen brengen. In het algemeen is het daarbij nog steeds gebruikelijk om het stuurhuis op het achterschip van een binnenvaartschip te plaatsen, er zijn echter een aantal uitzonderingen waarbij het stuurhuis op het voorschip geplaatst is.
Hefinstallaties van stuurhuizen hebben het doel om:

  • het stuurhuis hoger te brengen om bij een ledig schip de dode hoek voor het schip te verkleinen;
  • het stuurhuis lager te brengen om een lagere kruiplijn te verkrijgen;
  • het stuurhuis hoger te brengen om bij hogere ladingen toch voldoende zicht naar voren te behouden.

In het ES-TRIN 2019 zijn een aantal nieuwe regels opgenomen met betrekking tot het hefbaar stuurhuis.

 

Wat zijn de risico’s? 

Tijdens het gebruik van een hefinstallatie voor stuurhuizen kunnen de onderstaande risico’s ontstaan:

  • Letsel door beknelling tijdens het betreden of verlaten van het stuurhuis op het moment dat de hefinstallatie in werking is;
  • Letsel- en/of materiaalschade door beknelling onder het stuurhuis op het moment dat de hefinstallatie in werking is;
  • Letsel- en/of materiaalschade door aanvaring met een brug;
  • Letsel door valgevaar i.v.m. kuil onder het stuurhuis, deze ontstaat als het stuurhuis hoger staat dan de bovenkant van de roef (woning).
  • Letsel door beknelling tijdens onderhoudswerkzaamheden in de hefkoker.
 

Maatregelen om de risico’s te beperken (doelvoorschriften)

  • Letsel door beknelling tijdens het betreden of verlaten van het stuurhuis;
    Zorg voor een deugdelijke trap voorzien van anti-slip, een reling aan beide zijden en meedraaiende tredes. De afstand tussen de sporten mag niet meer dan 30 cm zijn, de aantrede (diepte) van de tredes moet ten minste 15 cm zijn.
    Tijdens het gebruik van een hefinstallatie voor stuurhuizen mag het stuurhuis niet worden betreden of verlaten.
    De roerganger zorgt voor heldere communicatie met de overige bemanningsleden over de hefbewegingen en houdt zicht op wie zich waar aan boord bevindt.
    Een akoestisch en optisch signaal dat inschakelt zodra de hefinrichting wordt bediend en de stuurhut zakt is verplicht.
    Maak duidelijke afspraken met medewerkers.
    Licht medewerkers voor over de risico’s.
  • Letselschade door beknelling onder het stuurhuis;
    Maak afspraken dat men in bepaalde situaties niet onder het stuurhuis mag komen (bijvoorbeeld bij kanaalvaart).
    Hou bij het zakkend stuurhuis 1 meter afstand van markering op de vloer.
    Een akoestisch en optisch signaal dat inschakelt zodra de hefinrichting wordt bediend als de stuurhut zakt, is verplicht.
    Maak duidelijke afspraken met medewerkers.
    Licht medewerkers voor over de risico’s.
  • Letsel- en/of materiaalschade door aanvaring met een brug;
    Het aanvaren met een brug kan voorkomen worden door een goede reisvoorbereiding (let op wind, actuele waterstand, diepgang etc.) en het tijdig en ruim voldoende laten zakken van het stuurhuis.
    Zorg dat je niet afgeleid wordt door bijv.: TV, telefoon, collega’s, etc.
    Zorg voor deugdelijk onderhoud en keuring van het stuurhuis, dit dient uitgevoerd te worden door een deskundige medewerker of een deskundige derde partij (zie ES-TRIN 2019 Artikel 7.12). Correct onderhoud en keuring verkleint de kans op storingen in de installatie.
    Licht medewerkers voor over de risico’s en maak duidelijke afspraken.
     
  • Letsel door valgevaar i.v.m. kuil onder het stuurhuis; 
    Valgevaar kan ontstaan als het stuurhuis in een bepaalde (hoge) stand staat. Hierdoor ontstaat er een kuil.
    Signaleer dit met een gearceerde rand in een veiligheidskleur.
    ​Zorg voor voldoende verlichting.
    Licht medewerkers voor over de risico’s en maak duidelijke afspraken.
    Signalering valgevaar bij de kuil
    Signalering valgevaar bij de "kuil"

     
  • Letsel door beknelling tijdens onderhoudswerkzaamheden in de hefkoker;
    Voor inspectie en reparatie is het mogelijk en noodzakelijk om de hefkoker te betreden.
    Plaats een sticker/pictogram  met daarop een waarschuwing bij betreden. 
    Voorzie de toegangsdeur van de schacht van een functieblokkeerschakelaar waarmee de bedieningsmogelijkheid tot heffen en zakken wordt geblokkeerd.  Zorg voor de juiste borging van het stuurhuis, gebruik hiervoor de LOTO-procedure (lock out tag out) De borging van het stuurhuis is het ‘lock’ bij de bediening van het hefmechanisme plaats men een ‘tag’ dat is een kaart met daarop de tekst ‘niet in werking stellen’.
    Onderhoudswerkzaamheden moeten ten allen tijde uitgevoerd worden door deskundige werknemers, die aan de hand van de gebruiksaanwijzing en instructies de werkzaamheden uit mogen voeren.
    Maak duidelijke afspraken met medewerkers.
    ​Licht medewerkers voor over de risico’s.
    Functieblokkeerschakelaar op toegangsdeur schacht
    Functieblokkeerschakelaar op toegangsdeur schacht

     
 

Wetgeving en overige informatie 

  • Arbo besluit Artikel 7.4. Deugdelijkheid arbeidsmiddelen en ongewilde gebeurtenissen
  • Arbo besluit Artikel 7.4a. Keuringen
  • Arbo besluit Artikel 7.5. Montage, demontage, onderhoud, reparatie en reiniging van arbeidsmiddelen
  • Arbo besluit Artikel 7.6. Deskundigheid werknemers
  • Arbo besluit Artikel 7.7. Veiligheidsvoorzieningen in verband met bewegende delen van arbeidsmiddelen
  • Arbo besluit Artikel 7.10. Alarmsignalen
  • Arbo besluit Artikel 7.11. Loskoppelen arbeidsmiddel
  • Arbo besluit Artikel 7.11a. Voorlichting
  • Arbo besluit Artikel 7.13. Besturingssysteem en bedieningsorgaan
  • Arbo besluit Artikel 7.16. Noodstopvoorziening
  • ES-TRIN 2019 Artikel 7.12 In hoogte verstelbare stuurhuizen
  • ES-TRIN 2019 Artikel 14.07 Klimvoorzieningen

 

  • Onderzoek naar veiligheidsaspecten van aanvaringen met hefbare stuurhuizen in de binnenvaart (2020-03-02)
  • De concretere wettelijke grondslag ligt in de Scheepvaartverkeerswet en de Binnenschepenwet. De vaarregels zijn opgenomen in een Algemene maatregel van bestuur (Amvb): het Binnenvaartpolitiereglement (BPR). De bouwtechnische en uitrustingseisen staan in het Binnenschepenbesluit (BSB). De Europese Unie heeft in 1982 een richtlijn (82/714 EU) uitgevaardigd over technische en uitrustingseisen voor binnenschepen. Met name het BSB is grotendeels voortgekomen uit deze richtlijn.
  • Wetgeving internationale Rijnvaart:
    De wettelijke grondslag ligt in een multilateraal verdrag, de herziene Rijnvaart akte (Akte van Mannheim) De vaarregels zijn opgenomen in een reglement: het Rijnvaartpolitiereglement (RPR). De bouwtechnische en uitrustingseisen staan in het (ES-TRIN 2019). Voor Nederland is de implementatie van het RPR en het ES-TRIN 2019 geregeld in de Scheepvaartverkeerswet en de Binnenschepenwet. 
 

Bijzondere risicogroepen

In deze Arbocatalogus worden de volgende groepen aangemerkt als een bijzondere risicogroep: jeugdigen (jonger dan 18 jaar), zwangere en werknemers tijdens de lactatie, uitzendkrachten, stagiaires, vrijwilligers, anderstaligen, werknemers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn of een beperking hebben. Voor al deze groepen geldt dat voor specifieke werkzaamheden zullen worden vrijgesteld i.v.m. de mogelijke gevaren die deze werkzaamheden met zich meebrengen. Voor alle bovengenoemde groepen geldt dat ze voldoende instructies moeten ontvangen over de werking en de risico’s van een hefbaar stuurhuis en alle groepen zijn uitgesloten voor het doen van onderhoudswerkzaamheden.