Besloten Ruimten

Arbo handreiking

Nog niet ingediend Deze inhoud is onderdeel van de Arbo handreiking, maar nog niet ingediend voor goedkeuring als onderdeel van de Arbocatalogus.

Inleiding

Zowel aan boord van de droge lading- als tankschepen komt men besloten ruimten tegen. Indien het nodig is deze ruimten te betreden zal men voorzorgsmaatregelen dienen te nemen om dit veilig te laten plaatsvinden.

 

Definitie

Een definitie van besloten ruimten kan als volgt luiden:

Een besloten ruimte is een gesloten of deels open omgeving met een al dan niet vernauwde toegang, die niet ontworpen is voor het verblijf van personen, en waarvan kan worden vermoed dat de atmosfeer zodanige stoffen bevat, dat bij betreding gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging brand en/of explosie (afgekort “VBVBE”).

Voorbeelden van besloten ruimten zijn:

  • Ladingtanks
  • Kofferdammen
  • Voor- en achterpiek
  • Zijbeunen / dubbele bodems
  • Brandstoftanks
  • Ladingruimen open of afsluitbaar, voor containers / stukgoed / bulk
  • Stuurmachineruimten

 

Wat zijn de risico’s?

VBVBE!

De atmosfeer een dergelijke atmosfeer bevatten dat bij betreding kans bestaat op:

  • Verstikking,
  • Bedwelming,
  • Vergiftiging,
  • Brand en/of Explosie.

 

VBVBE wordt hierbij nader toegelicht:

Verstikking:

Oorzaken van verstikking kunnen zijn: zuurstofverbruik door reacties van stoffen, het verminderen van het zuurstofpercentage door corrosie (Roest), het verdringen van zuurstof en slechte of beperkte ventilatie. Ook in een ruim waar producten met natuurlijke componenten zoals rollen papier zijn opgeslagen kan een verminderd zuurstof- percentage voorkomen.

Het vooraf meten van de omgeving en het goed ventileren geven zekerheid of een ruimte wel of niet betreden kan worden. Tijdens de werkzaamheden kan de toestand echter weer verslechteren, dus blijven meten is een must!


Het merendeel van de dodelijke ongevallen word veroorzaakt doordat mensen een besloten ruimte ingaan waarin, door de aanwezigheid van inerte gassen, een zuurstof tekort heerst.

 

 

Afbeelding: Voorbeelden van Multigasdector  die zuurstof en  gevaren kunnen signaleren

 

Voor dit soort ruimten geldt het volgende:

  • Inerte gassen geven geen waarschuwing – de mens heeft geen zintuig dat waarschuwt tegen zuurstofgebrek
  • De lucht bevat normaal 20,9 % zuurstof maar word gevaarlijk als de zuurstofconcentratie beneden de 19 % komt.
  • Bij minder dan 10 % zuurstof raakt men zonder waarschuwing bewusteloos, treedt hersenletsel op en kan men binnen een paar minuten dood zijn, tenzij er direct reanimatie plaats vind.
  • Kortstondig inademen van stikstof of een ander inert gas veroorzaakt al directe bewusteloosheid, waarna de dood snel volgt.
  • Een hoog zuurstofgehalte, bijvoorbeeld tijdens of na lassen, veroorzaakt een verhoogd brandgevaar.

 

Bedwelming:
Een ander woord voor bedwelming is versuffing. Dit is een situatie waar men door aanraking met een bepaalde stof tijdelijk gedeeltelijk of geheel het bewustzijn verliest. In een hoog risico situatie zoals het betreden van een besloten ruimte kan bedwelming leiden tot vallen, in aanraking komen met bewegende delen of het verlies van controle over de gereedschappen die men gebruikt. 

 

Vergiftiging:
Of een stof vergiftigingsverschijnselen geeft of niet, hangt niet alleen van de stof zelf af. Vooral de dosis speelt een belangrijke rol. Hoeveel giftige stof het lichaam uiteindelijk opneemt hangt af van een aantal factoren:

  • De concentratie van de stof.
  • De duur van de besmetting.
  • Het oppervlak van de huid dat in aanraking is geweest met de gevaarlijke stof.
  • De plaats van aanraking in verband met de dikte van de huid.
  • De temperatuur: een hoge temperatuur veroorzaakt een snellere opname via de huid, omdat de poriën verder openstaan.
  • De zwaarte van het werk: zwaar werk veroorzaakt snellere en diepere ademhaling, waardoor meer gif kan worden ingeademd.

 

 

Brand en explosie:
De mengverhouding van brandbare stof en lucht is van essentieel belang bij het ontstaan van een brand of explosie. Er is een minimale concentratie gas, damp, nevel of stof nodig om een explosie te kunnen veroorzaken. De minimale hoeveelheid die nodig is, noemen we de “onderste explosiegrens” (O.E.G.) , of in het Engels “Lower Explosion Level” ook wel aangeduid met de afkorting: LEL. Het veilig betreden van een besloten ruimte is alleen toegestaan wanneer de wettelijk bepaalde waarde van 10% van de onderste explosiegrens niet wordt overschreden. 

Let op dat door werkzaamheden in de ruimte die de temperatuur verhogen, de toestand van de mengverhouding zodanig kan veranderen dat de 10 % van de onderste explosie grens kan worden overschreden. 
 

Mogelijke oorzaken van VBVBE

Vaak voorkomende oorzaken het betreden van een besloten ruimte aan boord van een binnenvaartschip die kunnen leiden tot Verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand en explosie zijn:

  • Onbekendheid met de stoffen die in de ruimten aanwezig zijn of hebben gezeten.
  • Onderschatten van de gevaren van een besloten ruimte.
  • Niet, niet regelmatig of niet goed meten.
  • Defecten aan meetapparatuur.
  • De voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) niet gebruiken.

 

Praktijkvoorbeelden:

Droge lading - laadruim

In een ruim waar lading is gestort, kan door stofvorming een zodanige atmosfeer ontstaan dat het zuurstofpercentage te laag is. Ook de stofconcentratie kan - hoewel niet giftig - de ademhalingsorganen irriteren en de ademhaling belemmeren. Zo kan door oxidatie van de lading, bijvoorbeeld een ruim waar nog ladingresten van schroot aanwezig zijn, een te laag zuurstofgehalte ontstaan.
 

 

Figuur 1 Stofvorming bij het laden van derivaten

 

 

Figuur 2 Laden van fosfaat

 

 

Tankvaart -ladingtanks

 

 

Figuur 3 Ladingtank tankschip

Boven een geopend mangat kunnen dampen van vluchtige stoffen opstijgen. Daardoor kan een persoon, die niet in de besloten ruimte aanwezig is, toch bedwelmd of vergiftigd raken.

Bij binnenvaartschepen kunnen ook bezoekers aan boord komen, bijvoorbeeld reparateurs, inspecteurs, etc. welke ook in besloten ruimten aan boord moeten zijn. Ook voor deze groep moet de veiligheid gewaarborgd zijn en dit vergt extra aandacht van de bemanning. Het is van groot belang rekening te houden met deze omstandigheden en dit goed vast te leggen. Daarom moeten er niet alleen procedures zijn die werken in besloten ruimten omvatten, maar ook maatregelen worden genomen die de gevaren voor verstikking, bedwelming,  vergiftiging, brand of explosie (VBVBE) wegnemen.

 

Figuur 4Kofferdamtoegangsluik tankschip

Figuur 5 Zijbeun/dubbele bodem

Onbekendheid met de stoffen die in de ruimte aanwezig zijn of hebben gezeten
Ladingpapieren zijn niet altijd in orde of niet duidelijk voor de bemanning. De werkgever heeft de taak om de opvarenden te informeren over de eigenschappen (ook de gevaarlijke) van de lading. Vraag altijd na of/en wat voor product er in de ruimte kan zijn geweest en als het gaat om een ladingtank altijd de safety data sheet (SDS) of Veiligheid informatiebladen (VIB’s) raadplegen.

  

Brand en explosie
De mengverhouding van brandbare stof en lucht is van essentieel belang bij het ontstaan van een brand of explosie. Er is een minimale concentratie gas, damp, nevel of stof nodig om een explosie te kunnen veroorzaken. De minimale hoeveelheid die nodig is, noemen we de “onderste explosiegrens”, Lower Explosion Level ook wel aangeduid met de afkorting: LEL. Het veilig betreden van een besloten ruimte is alleen toegestaan wanneer de wettelijk bepaalde waarde van 10% van de onderste explosiegrens (LEL) niet wordt overschreden. 

Let op dat door werkzaamheden in de ruimte die de temperatuur verhogen, de toestand van de mengverhouding zodanig kan veranderen dat de 10 % van de onderste explosie grens kan worden overschreden. 

 

Het onderschatten van de gevaren van een besloten ruimte
Zoals hierboven beschreven kan de informatie over stoffen in een opslag onvolledig zijn. Ook de reactie van stoffen en het verbruik van zuurstof door corrosie, bijvoorbeeld in een zijbeun en het onttrekken van zuurstof door roestvorming is een niet te onderschatten gevaar. Het volgen van de juiste veiligheidsprocedures kan door de werknemers veronachtzaamd worden; het gaat immers altijd goed. Vooraf goed nadenken over de situatie als het toch mis gaat kan onderschatting tegen gaan. Als voorbeelden noemen wij: te kleine doorgangen waardoor de toegang moeilijk is of waardoor een mogelijk noodzakelijke berging van een persoon nog moeilijker is. 

 

Niet, niet regelmatig of niet goed meten
Bij het juist meten hoort een gedegen kennis van de meetmethoden en de stoffen die worden vervoerd. Hoe is de opbouw van de tank? Moet er boven in de tank gemeten worden of juist op bodem niveau om een juiste uitlezing te krijgen? Is het de meter die afwijkt of zijn het de gemeten waarden die verkeerd worden geïnterpreteerd? Kortom, het meten en omgaan met meetapparatuur kan niet zonder opleiding en instructies en mag zeker niet door onbevoegden worden uitgevoerd. 

 

Defecten aan meetapparatuur
Meetapparatuur dient periodiek op aanwijzing van de fabrikant, gekeurd en gekalibreerd te worden. Ook de bijgeleverde gasbuisjes voor de Toximeter verlopen na een bepaalde tijd en dienen dan vervangen te worden. Is men hiervan aan boord voldoende op de hoogte?

Bij het gebruik van de meetapparatuur hoort ook het kunnen controleren of het instrument juist werkt. Indien men apparatuur niet regelmatig gebruikt kan de kennis hierover wegzakken en door gebrek aan ervaring kan men niet inschatten of de apparatuur juist werkt.
 

 

Overige gevaren
In besloten ruimte waar een beperkte bewegingsvrijheid is en door het ontbreken van natuurlijke lichtinval schemersituaties kunnen ontstaan, zijn de gevaren van elektrocutie, onbedoeld in aanraking komen met bewegende delen, vallen, uitglijden aanwezig. Ook vallende voorwerpen kunnen letsel tot gevolg hebben.

 

Maatregelen om de risico’s te beperken  

Inleiding

De werkgever laat zich ten aanzien van de naleving van zijn verplichtingen bijstaan door een of meer werknemers die door hem zijn aangewezen en als deskundige volgens het ADN zijn opgeleid.

 

Deskundig optreden houdt in elk geval in:

  • Het volgen van de juiste opleiding en herhalingscursussen bijwonen binnen de gestelde termijn.
  • Bekend zijn met het juiste gebruik van meetapparatuur.
  • Werken met geijkte en gecertificeerde meetapparatuur en het juist kunnen interpreteren van de metingen.
  • Het juist kunnen analyseren van de gegevens en kunnen adviseren over de te nemen maatregelen (ventileren, PBM, etc.).

 

Voordat een besloten ruimte veilig kan worden betreden dienen de volgende maatregelen te worden genomen:

  • Raadplegen ADN en arbeidsomstandighedenregeling
  • Raadplegen Veiligheidsinformatiebladen
  • Opstellen checklijst besloten ruimten
  • Beluchten en leidingen afkoppelen
  • Gasmetingen
  • Communicatie en extra toezicht
  • Bewegende delen vastzetten / borgen
  • Reddingsmaterialen klaar zetten als “driepoot” en veiligheidsharnas bij betreden ladingtanks; zorg dat de BHV-organisatie aan boord is ingespeeld op risicovolle activiteiten en het inspelen op afwijkingen. Oefen regelmatig de verschillende calamiteitenscenario’s, zodat iedereen weet wat hij moet doen.

 

Raadplegen ADN en arbeidsomstandighedenregeling
Voor het betreden van ruimte waar gevaarlijke stoffen in zijn (geweest) volgt u het ADN 7.1.3-7.2.3 algemene bedrijfsvoorschriften. Voor droge ladingschepen (7.1.3), voor tankschepen (7.2.3) en aanvullend het ADN 7.2.3.7 ontgassen van lege ladingtanks en het ADN 8.3 bemanningsvoorschriften. Raadpleeg tevens de Arbeidsomstandighedenregeling Hoofdstuk 4: Gevaarlijke stoffen paragraaf 4.1 art 4.1 t/m 4.15 veiligheid op, aan of in tankschepen. Daarnaast zijn er nog het Arbeidsinformatieblad AI-05 veilig werken in besloten ruimten en het Arbobesluit artikel 3.5g gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging of brand.
 

Raadplegen Veiligheidsinformatiebladen
Betrokken personen moeten zich eerst ervan overtuigen welk product er in de te betreden ruimte kan zijn of is geweest, raadpleeg de aanwezige Veiligheid informatiebladen (VIB’s) of  Safety Data Sheet (SDS). Indien in de ruimte gevaarlijke gassen of stoffen zoals mineralen, giftige stoffen, zuren of logen, etc. zijn opgeslagen dan moeten deze gassen of stoffen eerst worden verwijderd. Als u de ruimte betreedt waar nog schadelijke gassen en/of product aanwezig zijn, volg dan de instructie over het meten. 

 

Opstellen checklijst besloten ruimten
Voor het betreden van een besloten ruimte is te allen tijde een geldige werkvergunning in de vorm van een checklijst besloten ruimten, een bedrijfsformulier “toestemming betreden besloten ruimte” of een Veiligheid en Gezondheidsverklaring (V&G) model 10, 11, 12/1-12/2, 13/1-13/2, 20, 31, 32, 33, A/30, A/4 noodzakelijk.

 

Afbeelding: Deze ruimte alvorens te betreden eerst ventileren en zuurstof meten

 

Beluchten en leidingen afkoppelen
De besloten ruimte dient te worden belucht en indien nodig te worden gespoeld. Gedurende de werkzaamheden wordt de te betreden ruimte (natuurlijk of kunstmatig) geventileerd.

 

Figuur 6 " Jo-Jo" (dubbelzijdige leidingafsluiting

Figuur 7 "Jo-Jo" huis in een leiding

 

Na het leeg maken moeten alle leidingen, die op de besloten ruimte zijn aangesloten, worden afgeblind door middel van een goed zichtbare Jo-Jo (dubbelzijdige afsluiting in de leiding), of zodanig worden losgekoppeld zodat geen gassen of stoffen vanuit de leidingen in de te betreden ruimte kunnen komen.

 

De losgekoppelde leidinggedeelten mogen niet op eenvoudige wijze weer  vastgekoppeld kunnen worden. In het geval er geen Jo-Jo’s aanwezig zijn, moet men zich er op een andere manier van verzekeren dat er geen producten of gassen uit andere leidingen of compartimenten in de te betreden ruimte komen.
 

 

Afbeelding: blindflens
 

Gasmetingen
Voordat een besloten ruimte kan worden betreden dienen er altijd gasmetingen gedaan te worden. Deze metingen worden door een deskundige (ADN 8.2 voorschriften voor de opleiding van de deskundigen) of een erkende gasdeskundige uitgevoerd. De gemeten waarden moeten worden genoteerd op een registratieformulier.


Er moet zijn vastgesteld dat:

  • De concentratie van brandbare gassen en dampen in de ruimte niet hoger is dan 10% van de onderste explosiegrens (Max 10% Lowest Explosion Level L.E.L).
  • De zuurstofconcentratie ligt tussen de 19 vol.% en 21 vol.%.
  • De concentratie van giftige gassen, dampen of stoffen niet hoger is dan de helft van de Grenswaarde ( In de industrie is het gebruikelijk een zogenoemde ‘Entry-Tag” label aan de te betreden ruimte te hangen waarop de gemeten waarde en vrijgave staat vermeld. In de binnenvaart wordt dit soms ook gebruikt. 
     

Afbeelding: entry-tag (label)
 

De Entry-tag mag alleen door een gasdeskundige worden opgehangen; maar door iedereen die het niet vertrouwt worden weggehaald. Dit moet wel direct doorgegeven worden aan de leidinggevende aan boord.
 

Communicatie en toezicht
Bovenstaande werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden op een wijze dat men veilig de besloten ruimte kan betreden. De betrokken personen dienen bekwaam te zijn in de taken en afspraken die horen bij het betreden van besloten ruimten. De basis voor een goede communicatie is het vooraf maken van goede afspraken. Het houden van een evaluatie achteraf levert mogelijke verbeterpunten voor de volgende keer.

Wanneer er een persoon in een besloten ruimte aanwezig is waar geen gasvrijverklaring voor is afgegeven, echter na metingen wel veilig te betreden zijn, dient er een tweede persoon bij de ingang aanwezig te zijn en twee extra personen in de onmiddellijke nabijheid aan boord. In het ADN 7.1.3.1.6; 7.1.3.1.7 en 7.2.3.1.6 praat men over “op roepafstand”, als er geen hijsinrichting aanwezig is. Indien er wel een hijsinrichting aanwezig is dan volstaat 1 persoon in de onmiddellijke nabijheid aan boord, of volgens ADN op roepafstand.

 

Vastzetten /borgen bewegende delen
Indien de besloten ruimte is voorzien van roerwerken of andere bewegende delen moet deze vrij geschakeld en vastgezet worden. Er moet worden gezorgd dat deze bewegende delen niet ongewild ingeschakeld kunnen worden. Dit kan bijvoorbeeld door het uitschakelen van een hoofdzekering.

Leg dit vast in een “Lock out – Tag out” procedure.

 

 

 

Werkzaamheden uitvoeren in een besloten ruimte waar gevaarlijke stoffen zijn geweest

Inleiding

In een ruimte die vrij van gas is gegeven door een (erkende) deskundige en waarvoor een V&G verklaring of een ‘toestemming betreden besloten ruimte” is afgegeven hoeft men de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) niet te dragen als er inderdaad geen restanten van product meer aanwezig zijn. Wel dient men te allen tijde de meting te herhalen en te registreren.

Aanvullende maatregelen bestaan uit:

  • Ventilatie
  • Organisatorische maatregelen (mangatwacht-BHV)
  • Dragen van Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)
  • Gebruik van gereedschap (elektrisch) 

 

Ventilatie
Nadat is vastgesteld dat bovenstaande (aanvullende) maatregelen zijn genomen dient de ruimte gedurende de werkzaamheden (natuurlijk of kunstmatig) te worden geventileerd. Hierbij moet worden opgelet dat er geen hoeken in de ruimtes zijn die buiten de ventilatiestroom vallen en daardoor niet goed geventileerd worden. De ventilatie moet zodanig geschikt zijn dat de concentratie van gevaarlijke stoffen of dampen te allen tijde beneden de desbetreffende Grenswaarde blijven. Indien bovenstaande voorwaarden niet gegarandeerd kunnen worden dient er  onafhankelijke ademlucht gebruikt te worden.
 

Organisatorische maatregelen (mangatwacht)
De persoon die de besloten ruimte betreedt dient een zuurstof/explosiemeter in de directe omgeving bij zich te houden. Bij werkzaamheden in besloten ruimte moet ten minste 1 persoon aanwezig zijn (mangatwacht) die belast is met het toezicht. Deze persoon is onderdeel van de BHV-organisatie aan boord en is verantwoordelijk voor het nemen van noodzakelijke maatregelen en kan zo nodig direct hulp bieden zonder zelf de ruimte te betreden. Daarnaast kan hij voor mobilisatie zorgen. De mangatwacht is verantwoordelijk voor de communicatie met en de registratie van de personen in de besloten ruimte. Voordat personen in de besloten ruimte worden toegelaten overtuigt de mangatwacht zich ervan of deze ruimte gemeten is (gevaarlijke gassen en zuurstof ) en er een formulier “toestemming betreden besloten ruimte” is ingevuld met de meetresultaten en de handtekening van de persoon welke de metingen heeft uitgevoerd.

 

Gebruik van (elektrisch) gereedschap 

Alleen het voor de betreffende zone geschikt materiaal mag gebruikt worden; zie hiervoor de ADN constructievoorschriften:

  • Droge ladingschepen: ADN 9.1.0.52 type en plaats elektrische inrichtingen.
  • Tankschepen: ADN 9.3.X.21 veiligheids- en controle inrichtingen.
  • ADN 9.3.X.51-52 elektrische inrichtingen.

 

Dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)
Tijdens het werken in een besloten ruimte dienen de algemene persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gedragen. Dit zijn veiligheidsschoenen of veiligheidslaarzen; helm (als er gevaar is voor vallende voorwerpen), veiligheidsbril, beschermende kleding en handschoenen en eventueel adembescherming. Voor de mangatwacht dienen er dezelfde PBM’s direct aanwezig te zijn als voor de persoon(en) die zich in de besloten ruimte bevindt(en).

2 andere personen dienen voor een noodsituatie direct op roepafstand aanwezig te zijn. 

 

 

Afbeelding: helm met gelaatscherm en (niet verplicht, dus aanvullend, de nekflap)

 

Juist gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)
De werkgever dient te zorgen voor een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid. Werknemers dienen veilig te werken. Tijdens het werken in besloten ruimten, dienen de algemene persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gedragen zoals:

  • Veiligheidsschoenen of veiligheidslaarzen waardoor de kans op uitglijden kleiner wordt.
  • Een vloeistofdichte / chemie overall dragen waar dit vereist is.
  • Veiligheidsbril.
  • Wanneer visueel contact met de personen werkzaam in de besloten ruimte niet mogelijk is, dienen deze personen aangelijnd te zijn. Gebruik van een veiligheidsharnas is een pré.
  • Indien de kans bestaat dat er geen optimale ventilatie mogelijk is, en de kans op het vrijkomen van gevaarlijke dampen tot de mogelijkheid behoort, is het dragen van adembescherming verplicht. Deze dient te bestaan uit onafhankelijke adembeschermingsmiddelen wat wil zeggen niet afhankelijk van de omgevingslucht in de ruimte. 
  • Filtermaskers waarbij de giftige bestanddelen uit de lucht worden gebonden dan wel vastgehouden, mogen in de besloten ruimte niet worden gebruikt

 

 

Afbeelding: chemiehandschoen met lange mouw

 

Als visueel contact met de personen, welke werkzaam zijn in de besloten ruimte niet mogelijk is, dienen deze personen aangelijnd te zijn. Indien er gevaar voor vallen (Arbeidsomstandighedenbesluit 3.16. Voorkomen valgevaar) aanwezig is, dienen zij voorzien te zijn van veiligheidsharnas.

 

 

 

 

Afbeelding: veiligheidsharnas
 

Wanneer optimale ventilatie niet mogelijk is en de kans op het vrijkomen van gevaarlijke dampen tot de mogelijkheden behoort, is het dragen van adembescherming verplicht. Deze adembescherming dient een van de buitenlucht onafhankelijke ademhalings-bescherming te zijn.

 

 

 

Afbeelding: adembescherming onafhankelijk van de buitenlucht

Volgelaatsmaskers met ademluchtfilter zijn van de buitenlucht afhankelijke adembeschermingen. Hieronder staat een volgelaatsmasker afgebeeld met filterbussen waarbij de giftige bestanddelen uit de lucht worden gebonden dan wel vastgehouden. Deze volgelaatsmaskers met ademluchtfilter mogen in een besloten ruimte niet worden gebruikt.   Deze manier van werken mag dus alleen aan dek gebruikt worden; bijvoorbeeld bij aan en afkoppelen. . Dit ter voorkoming van bedwelming van de betrokken personen. Er moet wel op worden gelet dat de kleurcode van het adembeschermingsfilter geschikt is voor het betreffende product en geschikt voor de concentratie.

 

Lijst van verschillende filtertypen

 

 

Afbeelding: Adembescherming afhankelijk van de buitenlucht

 

Ontwikkelingen op het gebied van de gasdetectie (stand der techniek)
Op het gebied van de gasdetectie staan de ontwikkelingen niet stil. Om steeds veiliger te kunnen werken, ontwikkelen de leveranciers van de draagbare gasdetectie systemen waarbij de meetgegevens en werkplek waar men zich bevindt, via Bluetooth worden doorgezet. Cruciale informatie is nu niet meer alleen zichtbaar voor de werknemer die het apparaat gebruikt.

Via een speciaal software pakket worden alarmen, gevaarmetingen, ongevalsstatus, nalevingsstatus, locatie van de werknemer en overige informatie direct zichtbaar op een beeldscherm van bijvoorbeeld een computer. Gegevens van metingen die zijn doorgestuurd kunnen direct worden gebruikt om een werkvergunning samen te stellen. 

Leveranciers kunnen met digitale uitlezingen bij onderhoud sneller fouten uitlezen vanwege de opgeslagen historie.

Handhavende dienste vragen vaak ook om een uitdraai van bijvoorbeeld de gemeten waarden van de laatste gasmeting.

 

 

Wetgeving en overige relevante informatie

De Arbowet stelt dat een werkgever de nodige op de bedrijfsvoering gerichte maatregelen moet treffen om het werk veilig en gezond uit te kunnen voeren. Denk hierbij onder andere aan:

  • Zorgen dat de juiste voorzorgsmaatregelen worden genomen om de risico’s in besloten ruimten te kunnen voorkomen.
  • Het goed laten onderhouden en periodiek keuren van de aanwezige apparatuur, die wordt ingezet bij het betreden van besloten ruimten.
  • Het verstrekken van de juiste instructies over de gevaren van het betreden van besloten ruimten.
  • Het ter beschikking stellen van adequate persoonlijke beschermingsmiddelen aan de werknemers die de besloten ruimten moeten betreden.

 

De werknemers kunnen zich bekwamen door het volgen van opleidingen en de situaties geregeld aan boord te oefenen. Dit kan door situaties te simuleren zoals: 

  • Het meten van de luchtconcentraties in de te betreden ruimte voor en tijdens de werkzaamheden.
  • Het dragen van perslucht met luchttoevoer via een slang of het dragen van de perslucht met cilinders. Voor het dragen van perslucht met cilinders is een medische verklaring nodig.
  • Een gewond of bewusteloos persoon uit een ruimte halen.
  • Inzien wat een besloten ruimte is met de bijbehorende gevaren. 

 

Het bekwamen omvat echter ook goed op de hoogte zijn van de gebruikersvoorschriften van de betreffende apparatuur en het juist kunnen interpreteren van de gegevens die op de apparatuur staan.

Voor de binnenvaart in het algemeen gelden de volgende regels en verwijzingen: 

  • Arbeidsinformatieblad AI-05 veilig werken in besloten ruimten (red: verkrijgbaar via SDU)
  • Arboregeling geldig vanaf 01-7-2017
  • Arbobesluit geldig vanaf 01-07-2017
  • Arbobesluit §2b art.3.5g lid 1 en lid 2, gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie
  • ADN 7.1.3 & 7.2.3 algemene bedrijfsvoorschriften: voor droge ladingschepen 7.1.3 en voor tankschepen 7.2.3
  • ADN 8.3 bemanningsvoorschriften
  • ADN 9 constructievoorschriften
  • Binnenvaart Branche RI&E Besloten Ruimten
  • ADN selectie definities
  • Organogram betreden besloten ruimte  

 

De wettelijke voorschriften voor tankschepen zijn specifiek verwoord in de Arbeidsomstandighedenregeling hoofdstuk 4 Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen.

Schepen van de tankvaartvloot welke onder het European Barge Inspection Scheme (EBIS) vallen worden extra gecontroleerd tijdens de jaarlijkse EBIS check. De juistheid en aanwezigheid van de procedures “betreden” en “gasvrij maken” besloten ruimten wordt aan de hand van de EBIS inspectie via de vragenlijst gecontroleerd.