Schoonmaken ladingtanks

Arbo handreiking

Nog niet ingediend Deze inhoud is onderdeel van de Arbo handreiking, maar nog niet ingediend voor goedkeuring als onderdeel van de Arbocatalogus.

Inleiding

Schoonmaken van ladingtanks is soms noodzakelijk omdat het schip naar een scheepswerf moet voor onderhoud, herstel, verbouw, het gedeeltelijk slopen of voorafgaand aan de volgende reis, meestal is dit verplicht om de kwaliteit van het volgende te laden product te kunnen waarborgen. Het schoonmaken van ladingtanks en leidingen is één van de gevaarlijkste operaties aan boord van een tankschip. Het gevaar van giftige dampen en explosiviteit gedurende deze operaties moet door de bemanning aan boord niet worden onderschat. Daarom is het noodzakelijk dat door iedereen aan boord de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht wordt genomen bij het tankwassen en dat de hiervoor noodzakelijke afspraken worden nageleefd. Het wassen van tanks kan worden uitgevoerd door het schip zelf of door een gespecialiseerd bedrijf.

 

Wat zijn de risico’s?

Tijdens het schoonmaken van ladingtanks en leidingen kunnen de onderstaande risico’s ontstaan:

  • Letsel (gezondheidsschade) door blootstelling aan gevaarlijke stoffen
  • Explosie of brand door ontlading van statische elektriciteit bij het wassen van tanks, leeg van brandbare stoffen
  • Fysieke belasting door tillen en sjouwen
  • Gehoorschade bij het uitspuiten van tanks met hoge drukreinigers
  • Letsel door verbranding bij contact met heet waswater
  • Letsel door struikelen, uitglijden en vallen
  • Oververhitting door thermische belasting (versterkt effect bij het dragen van een chemiepak)

 

Maatregelen om de risico’s te beperken (doelvoorschriften)

  • Letsel (gezondheidsschade) door blootstelling aan gevaarlijke stoffen
    Om emissie/blootstelling van gevaarlijke dampen te voorkomen,  moet er ‘gesloten’ worden gewassen; door middel van vast ingebouwde tankwasmachines of gesloten butterwash-machines van de ontvangstinstallatie. Houdt rekening met de eigenschappen van de voorgaande lading.
    Voorkom het moeten betreden van de ladingtanks door gebruik te maken van tankwasmachines die van buitenaf worden bediend.
    Als besloten ruimten toch moeten worden betreden, om reinigingswerkzaamheden uit te voeren, moet men er zeker van zijn dat de ruimte veilig te betreden is.
    Zie voor meer informatie in Arbocatalogus hoofdstuk “Besloten ruimten”.
     
  • Explosie of brand door ontlading van statische elektriciteit bij het wassen van tanks, leeg van brandbare stoffen:
    Voor men mag gaan wassen zal eerst de tankatmosfeer gemeten moeten worden op LEL. Deze moet onder de 10% LEL zijn. Als de atmosfeer >10% LEL bedraagt moet er eerst worden geventileerd tot <10% LEL voordat de tanks mogen worden gewassen.
    Afhankelijk van het vlampunt van het product moeten verschillende procedures worden gevolg (ref ISGINTT Hst 11.3).
     
  • Fysieke belasting door tillen en sjouwen
    Gebruik vaste tankwasmachines. Verdeel de taken door met voldoende mensen te werken en rouleer taken eventueel. Zie hoofdstuk Arbocatalogus “Fysieke belasting”.
     
  • Gehoorschade bij het uitspuiten van tanks met hoge drukreinigers
    Gebruik (meerdere) vaste tankwasmachines in plaats van hoge drukreinigers. Besteed de taken uit. Draag geschikte gehoorbescherming, zie hoofdstuk Arbocatalogus “Inrichting en organisatie van de arbeidsplaats”.
     
  • Letsel door verbranding bij contact met heet waswater
    Voorkom het betreden van de ladingtanks. Indien er toch betreden moet worden; controleer de temperatuur voor betreden door gebruik van de vaste tankthermometers en wacht tot de tank voldoende is afgekoeld, minstens tot <30°C.
    Gebruik koud water voor het spoelen van kranen en aftappen.
    Zorg voor de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, zie hoofdstuk Arbocatalogus “Arbeidsmiddelen”.
     
  • Letsel door struikelen, uitglijden en vallen
    Houdt het dek opgeruimd. Ruim slangen direct op na gebruik. Zorg voor antislip op de looppaden aan dek. Voorkom lekkage. Houdt rekening met een nat of glad dek en gebruik geschikt antislip schoeisel.
     
  • Oververhitting door thermische belasting (versterkt effect bij het dragen van een chemiepak)
    Verdeel de taken door met voldoende mensen te werken en rouleer taken eventueel. Zie hoofdstuk Arbocatalogus “Inrichting en organisatie van de arbeidsplaats/Klimatologische omstandigheden”.

Overige aandachtspunten:

  • Temperatuur overdracht door de tankschotten naar aangrenzende tanks, waar zich nog (gestabiliseerde) lading in bevindt
  • Kraantjes moeten worden gespoeld wat altijd lucht, water en product geeft wat dus behoorlijk kan spetteren
  • Druk die zich in de tank opbouwt.
  • Wanneer de tank gewassen is en de ventilatoren worden gestart om te drogen dan kunnen er nog gevaarlijke dampen uitkomen.
  • Dat gebruik gemaakt wordt van geaarde en geschikte slangen en andere materialen die geschikt zijn voor deze werkzaamheden.
  • Welke (agressieve) cleaner wordt gebruikt (bijv.: Natriumhydroxide in de eetbare oliën vaart), hiervoor moet men een Veiligheidsinformatieblad (VIB) opvragen.
  • Dat men bij het afvoeren van het waswater de juiste aansluiting gebruikt en de slangen controleert op lekkage.
  • Draag zorg voor goede communicatie.
  • Het waswater wat opgeslagen wordt aan boord heeft dezelfde behandeling als lading;
  • er dient ten allen tijde een slobtankregistratie aanwezig te zijn.

 

Wetgeving en overige informatie

  • Arbeidsomstandighedenwet art 2,3,5,6,8,11,16
  • Arbeidsomstandighedenbesluit § 2a,2b, Art. 3.5 h, H 4 Hst 6 artikel 6.1
  • Arbeidsomstandighedenregeling H4, § 4.1 (Veiligheid aan op of in tankschepen) artikel 4.1-4.8, verbonden met ADN (7.2.3.1.4-1.6, 7.2.3.7.6., 7.2.4.22.7).
  • pdf Extreme hitte
  • ISGINTT Hfst 11.3
  • https://www.butterworth.com/