Inrichting en organisatie van de arbeidsplaats

Arbo handreiking

Nog niet ingediend Deze inhoud is onderdeel van de Arbo handreiking, maar nog niet ingediend voor goedkeuring als onderdeel van de Arbocatalogus.

 

Inleiding

Een goede inrichting van de arbeidsplaats is belangrijk om werknemers gezond en veilig te kunnen laten werken. Een arbeidsplaat aan boord van een schip zijn de ruimtes waar personen hun werkzaamheden uitvoeren. Er kunnen verschillen bestaan tussen deze ruimtes, zoals het aantal en soort machines en de wijze waarop risico’s zich ten opzichte van elkaar verhouden. Arbeidsplaatsen moeten zodanig ontworpen zijn dat een ergonomische juiste werkhouding kan worden aangenomen en de fysieke belasting, als gevolg van tillen en dragen en langdurige statische belasting, zo veel mogelijk wordt voorkomen en als dit niet mogelijk is, zo veel mogelijk wordt beperkt. Hoofstuk 2 van de Arbowet geeft in art. 3 de algemene verplichting voor de werkgever om het werk zodanig te organiseren en zodanig middelen ter beschikking te stellen dat er geen risico optreedt voor de gezondheid of veiligheid van de medewerker.

 

Wat zijn de risico’s?

In de branche RI&E worden de onderstaande zaken genoemd in relatie tot de inrichting en organisatie van de arbeidsplaats. De onderwerpen in dit hoofdstuk zullen hier en daar onderwerpen overlappen uit andere hoofdstukken. In die situaties zal zoveel mogelijk worden verwezen worden naar de andere hoofdstukken.

 

Beeldschermwerk

Langdurig werken achter een beeldscherm kan gezondheidsklachten aan armen, nek en schouders opleveren. Ook oogklachten komen vaak voor. Beeldschermwerk gaat gepaard met repeteerde handelingen van de vingers en polsen en statische belasting ‘hogerop ‘in de nek, schouders en armen. Het is verstandig om taken met intensief gebruik van beeldscherm, toetsenbord en/of muis te beperken tot 4 uur per dag, deze taken zoveel mogelijk af te wisselen met andere taken. (fysiek belasting)

 

Geluid

Op veel arbeidsplaatsen is lawaai een probleem. Lawaai is niet allen hinderlijk maar ook schadelijk en onomkeerbaar: gehoorschade als gevolg van lawaai is niet te genezen. Wetenschappelijk is vastgesteld dat blootstelling aan geluidsniveaus van meer dan 80 dB(A) gehoorschade kan veroorzaken. De risico’s zijn dat het onbekend is welke bronnen meer dan 80 db(A) produceren, het gebruik van gehoorbescherming niet consequent wordt gebruikt of onvoldoende aanwezig is.

 

Klimatologische omstandigheden

Goede klimaatcondities op de arbeidsplaats zijn voor werknemers een belangrijke voorwaarde om zo optimaal mogelijk te kunnen presteren. Daarnaast is het zo dat bepaalde klimatologische omstandigheden kunnen leiden tot arbeidsomstandigheden waarbij de gezondheid maar ook de veiligheid van de mensen kan worden bedreigd.
 

De Arbo- wet stelt de eis dat de temperatuur niet schadelijk mag zijn voor de gezondheid. In het Arbobesluit worden nadere voorschriften genoemd met betrekking tot gebouwen, temperatuur, luchtverversing en zonlicht.

Verder maken we onderscheid tussen werkomgeving buiten/diverse weeromstandigheden en werkomgeving binnen.

 

Buitenklimaat

Koude weersomstandigheden
Als de belasting door kou hoog is (lage temperatuur, veel wind, geen stralingswarmte, neerslag), de arbeidsbelasting laag (weinig warmteproductie), de aanpassingen onvoldoende (te weinig kledingisolatie) en er bovendien een lage belastbaarheid is (bijvoorbeeld door een slechte conditie) kunnen problemen ontstaan. Het eerste dat wordt gemerkt is een gevoel van onbehaaglijkheid of discomfort. Vervolgens merkt men dat bepaalde taken niet meer kunnen worden uitgevoerd door een verminderde vingervaardigheid. In ernstige gevallen kunnen zich onderkoeling of koude letsels voordoen.

 

Warme weersomstandigheden: 

In het algemeen geldt dat bij temperaturen van 35 graden of hoger gezondheidsschade kan optreden. Hierbij moet gedacht worden aan: zonnesteek, uitdroging (te weinig vocht), kramp in de spieren (zout tekort), huidproblemen en uitputting, verbranding van ledematen bij aanraken sterk opgewarmde oppervlaktes.

Daarbij is het zo dat bij extreme warmte het concentratievermogen terugloopt, waardoor het gevaar op een ongeval toeneemt. Dit kan zeker nadelig zijn bij functies/activiteiten zoals veiligheidsman/grenswachter, het werken op hoogte en precisiewerk.

 

Er moeten dan aanvullende maatregelen genomen worden in de vorm van:

  • Extra pauzes, in geschikte omgeving om af te koelen
  • Voldoende koele dranken verstrekken (zout)
  • Dragen van beschermende kleding
  • Hoofdbedekking; veiligheidshelm helm met eventueel nek lap
  • Insmeren van de huid met zonnebrandcrème


Bij extreem hoge temperaturen

Vindt de afkoeling van de mens voornamelijk plaats door verdamping van lichaamsvocht. Bij een relatieve hoge luchtvochtigheid gaat de warmteoverdracht aan de omgeving moeilijker. De groep oudere werknemers met een slechte conditie en zwangere vrouwen zijn extra kwetsbaar in deze omstandigheden.

 

Binnenklimaat

De temperatuur in het stuurhuis en de accommodatie wordt veroorzaakt door direct zonlicht en warmte afgifte vanuit de machinekamer, deze bronnen veroorzaken vaak een hoge temperatuur in de ruimtes, om deze temperatuur te reguleren wordt er gebruik gemaakt van airconditioning, een prettig binnenklimaat is voor ieder individu verschillend, van belang is dan ook dat dit zoveel mogelijk in goed overleg geregeld wordt.

 

 

 

Verlichting

Voldoende verlichting draagt bij aan een goed ingerichte arbeidsplaat, van belang is dat er op plaatsen waar men loopt en werkt over voldoende licht wordt beschikt. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de praktijkverlichtingssterkte:

Praktijkverlichtingssterkte

Toepassing:

20 lux tot 200 lux

Oriëntatieverlichting. Verlichting in ruimten, die niet of slechts kortdurend als werkruimte worden gebruikt en waar de visuele taak niet kritisch is.

200 lux tot 750 lux

Normale werkverlichting. Verlichting in ruimten die geregeld als werkruimte worden gebruikt. De meeste visuele taken kunnen worden verricht in dit gebied.

750 lux tot 5000 lux

Speciale verlichting. In verband met speciale werkzaamheden met hoge visuele eisen.

 

Praktijkverlichtingssterkte is de laagst toelaatbare waarde van de gemiddelde verlichtingssterkte op een gespecificeerd oppervlak, eenvoudig gezegd de minimale lichtsterkte voor een bepaalde werkplek. Dit wordt uitgedrukt in Lux(Lx), en kan gemeten worden met een lux meter.

Let op: de luxwaarde zegt niet hoeveel licht je ziet, maar hoeveel licht de bepaalde werkplek ontvangt.

 

Arbeidsplaatsen waar werknemers bij het uitvallen van het kunstlicht aan bijzondere gevaren zijn blootgesteld, zijn voorzien van adequate noodverlichting. Indien noodverlichting niet mogelijk is, beschikken de werknemers over individuele verlichting.


 

Om spiegeling en glans te voorkomen wordt veelal gebruikt gemaakt van zonwering, deze zonwering wordt gebruikt voor duidelijk en veilig zicht in situaties waarbij het zonlicht en de verblinding moet worden tegen gegaan. Deze zonwering werkt op zijn best in de volle zon, maar biedt ook rustiger zicht bij mist en heeft sterke warmte absorberende kwaliteiten.

 

Elektriciteit

Elektriciteit is altijd een potentieel gevaar, ook zonder direct contact. Een lichte schok kan door de schrik bijvoorbeeld een val veroorzaken. De meeste ongelukken met elektrische installaties gebeuren door het werken met ondeugdelijk materiaal. Of doordat gewerkt wordt zonder juiste opleiding of voldoende ervaring en kennis. Gewone stroom, maar ook statische elektriciteit die bijvoorbeeld ontstaat bij laden en lossen van vloeistoffen, kunnen brand en explosies veroorzaken.

Met persoonlijke risico’s van zware verwondingen, blijvende schade of overlijden. Bij tien tot twintig milliampère kan al spierverkramping optreden die hartproblemen of zelfs een hartstilstand tot gevolg heeft.

 

Voor het veilig en verantwoordt werken aan elektrische installaties is het van belang dat er een duidelijk overzicht is van de installaties en dat ze in goede staat van onderhoud zijn.

Op ADN-schepen is het verplicht dat er een toestellenlijst, meggertest en weerstandmeting aan boord is, afgenomen door een erkend installateur.

Het is van belang dat schakel en verdeelkasten gesloten zijn en dat er voor de vloer voor de kasten voorzien is van een isolatiemat en dat men veiligheidsschoenen draagt die voorzien zijn van een rubber zool. Accu’s dienen op een veilige bereikbare plaats worden opgesteld, de accukist moet voorzien zijn van de juiste pictogrammen en ventilatie.

Voor het gebruik van walstroom is het van belang dat er een duidelijke procedure is wie er bevoegd is voor het aansluiten, waar de kabels neergelegd worden om val- en struikelgevaar te voorkomen.

 

Zie ook arbocatalogus hoofdstuk “werken met containers/elektrocutie”.

 

 

 

Orde en netheid

De inrichting van een goed opgeruimde en overzichtelijke werklocatie is de basis voor veilig en overzichtelijk werken aan boord. Regelmatig blijkt dat er bij veel werkzaamheden orde en netheid ontbreken. Rondslingerende snoeren in de machinekamer, touwen, draden en/of brandslangen aan dek kunnen voor onveilige situaties zorgen.

Olielekkage in machinekamers kunnen voor gladde en onveilige situaties zorgen. Wees je ervan bewust dat gelijk opruimen van je gebruikte materialen en/of onveilige situaties ongevallen kunnen voorkomen

 

Onderhoud gereedschappen, pompen, werktuigen, motoren en machines

Met machines kunnen ongevallen gebeuren. De gevolgen daarvan zijn vaak groot, met blijvend letsel, persoonlijk leed en traumatische ervaringen. Machineveiligheid is daarom een belangrijk onderwerp. Machines moeten veilig zijn voor de mensen die ermee werken. Volgens de Arbowet- en regelgeving ligt de verantwoordelijkheid hiervoor zowel bij de werkgever als bij de werknemer.

Het is echter niet eenvoudig om juist de meest effectieve manier te vinden voor het beveiligen van een machine. Beveiligingen moeten namelijk aan allerlei regels en eisen voldoen. Bij werkzaamheden aan en met machines en ander arbeidsmiddelen kunnen zich verschillende risico’s voordoen:

  • Knellen, snijden of pletten door bewegende delen, zoals aandrijvingen van diverse machines.
  • Intrekgevaar door roterende apparatuur en draaiend gereedschap.
  • Gevaar voor verbranding.
  • Valgevaar
  • Aanrijdgevaar door transportmiddelen.

Belangrijk is dat de machines voorzien zijn van een CE keurmerk, machines in originele staat blijven, bemanning voldoende opgeleid is voor het gebruik van de machines, dat de juiste pictogrammen zijn aangebracht en waar nodig gebruik gemaakt wordt van Persoonlijke Beschermings Middelen (PBM)  machines en arbeidsmiddelen gekeurd worden volgens de wettelijke voorschriften. (Arbeidsomstandighedenbesluit Hst 7)

 

Ontwerp bedieningsknoppen en paneel

Belangrijk is dat tijdens de vaart de noodbesturing en noodstroomvoorziening eenvoudig te bedienen zijn, test deze noodvoorzieningen met regelmaat, ten minste voor ieder vertrek. Beoefen naast het aan- ook het weer terugschakelen op ‘normale bediening’.

 

Uitglijden, struikelen, buitenboord raken en valgevaar personen

Bovengenoemde gevaren zijn aan boord van een schip altijd aanwezig omdat we te maken hebben met gladde vloeren, bordesopeningen, hoogte verschillen, trappen, open ruimen, ladingtanks.

Het komt dan ook regelmatig voor dat er voorvallen zijn dat er iemand uitglijdt of van de trap valt, van belang is dat men zich er van bewust is dat deze gevaren dagelijks aanwezig zijn. Routine is hier een valkuil, let daarom op dat er vast schoeisel gebruikt wordt, dat bordesopeningen gesloten zijn en dat men bij open gangboorden of buiten de reling gebruik maakt van een reddingsvest.

 

Verstikken, bedelven, beknellen of verbranden 

Als de atmosfeer op een plaats of in een ruimte in zodanige mate stoffen bevat dat daardoor gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging of verbranding dan mag de werknemer zich alleen op die plaats bevinden als blijkt dat het gevaar niet aanwezig is.

Bovengenoemde gevaren doen zich voor als er sprake is van:

  • Gevaar voor verstikking indien de atmosfeer minder dan 18 % zuurstof bevat, zie arbocatalogus hoofdstuk ‘besloten ruimten’;
  • Gevaar voor bedwelming of vergiftiging indien door de concentratie van de betreffende stoffen in de atmosfeer hoger is dan de grenswaarden van de bepaalde stof.
  • Gevaar voor verbranden indien de opgestelde machines of warme oppervlakken niet goed afgeschermd zijn zodat bij aanraking de huid kan verbranden.

Belangrijk is dat men in besloten/afgesloten ruimtes eerst een meting doet om zo te weten of de ruimte veilig te betreden is, goed onderhoud aan afvoerkanalen van rookgassen is van belang om er zeker van te zijn dat rookgassen afgevoerd worden naar buiten.

 

Valgevaar goederen

Vallende goederen kunnen leiden tot ernstig lichamelijk letsel en materiele schade.

Met valgevaar van goederen bedoelen we alle producten en materialen die op stellingen/rekken aan boord van het schip zijn van wijnfles tot oliedrum, deze goederen kunnen door zeegang en mogelijk aanvaringsgevaar omvallen, wegrollen, lanceren of instorten. Maar ook laad en losgerei of lading dat boven een ladingruim hangt of in beweging is.

Van belang is dat er nagedacht wordt over de positionering van eventuele rekken en de goederen die aan boord zijn, zodat bij zeegang en mogelijk aanvaringsgevaar persoonlijk letsel en materiele schade beperkt blijven. Zorg tijdens het laden en/of lossen van de lading te allen tijde voor duidelijke communicatie en informeer de bemanning over de gevaren van vallende voorwerpen en houdt toezicht tijdens deze werkzaamheden.

 

Snijden, splinters

Tijdens schuren, slijpen en bikken is het altijd mogelijk dat roest-, verf- of staaldeeltjes in de handen of ogen kunnen komen, dit kan irritatie veroorzaken aan uw oog tot beschadiging aan het hoornvlies.

Van belang is dat bij deze werkzaamheden de juiste machines gebruikt worden, en dat men zich beschermd tegen roest-, verf-, en staaldeeltjes door middel van handschoenen en een goede veiligheidsbril.

 

Hygiëne en verblijfsruimten

Woon,- werk- en verblijfsruimten, sanitaire voorzieningen, kleedruimten; dit onderwerp wordt uitgebreid omschreven in het arbocatalogus hoofdstuk “Hygiëne”.

 

 

 

Legionella beheersing (AI-32)

 

Veilig drinkwater

In de scheepvaart wordt onderscheid gemaakt tussen ‘gebruikswater’ water wat door mensen in de één of andere vorm gebruikt wordt bij het consumptieproces, zoals drinken, het eten en/of bereiden van voedsel en ‘verbruikswater’ water wat gebruikt wordt voor huishoudelijke doeleinden, zoals wassen, toiletspoelen, schoonmaken, douchen, etc.

 

Aan boord van schepen wordt gewerkt met opslag van water waardoor ook meteen het voornaamste probleem duidelijk wordt:

  • De invloed van temperatuur op de kwaliteit van het water.
  • De daarmee gepaard gaande groei van bacteriën.

 

Van belang is dat de drinkwatertank periodiek schoongemaakt wordt, dat de drinkwatertank gekoeld wordt door buitenboordwater, dat er jaarlijks een drinkwatermonster genomen wordt.

Er zijn installaties op de markt met koolstof en UV-filters, waarmee het risico op legionella tot een minimum wordt beperkt, zodat men aan boord verzekerd is van veilig drinkwater.

 

Klimaat en ventilatie (binnenmilieu AI-24);

Een slecht binnenklimaat kan leiden tot veel klachten:

  • Vermoeidheid
  • Hoofdpijn
  • Geïrriteerde ogen
  • Geïrriteerde luchtwegen

 

Die klachten zijn niet direct schadelijk voor de gezondheid, maar ze kunnen wel leiden tot minder productiviteit en een slechtere werksfeer. Volgens de Arbowet moet het klimaat behaaglijk zijn en het binnenklimaat mag de gezondheid niet schaden.

We spreken van een thermisch behaaglijk binnenklimaat als mensen geen behoefte hebben aan een hogere of lagere temperatuur.

Van belang is dat er voldoende luchtverversing is en dat hinderlijke tocht voorkomen wordt, zorg door goede communicatie wat voor iedereen een behagelijke temperatuur is.

 

Straling

Met straling wordt hier bedoeld, kunstmatige/optische straling en niet-ioniserende straling.

 

Kunstmatige/optische straling

Hiermee wordt bedoeld de straling van UV, infrarood, laserstraling, licht van lassen. Deze straling is niet per definitie schadelijk. Alleen langdurige blootstelling aan UV, infrarood en laserlicht kan schade toebrengen aan ogen en huid. Lasers kunnen ook bij kortdurende blootstelling zeer schadelijk zijn.

Schade bij UV en infrarood kan zich manifesteren op de huid (zonnebrand, uitdroging of verbranding) en in de ogen in geval van ‘lasogen’ en droge ogen. Op den duur kan bij optische straling huidkanker, hoornvliesontsteking en/of staar ontstaan. Beperkte blootstelling en goede bescherming tegen optische straling zijn daarom noodzakelijk.

 

Niet-ioniserende straling:

Deze straling wordt veroorzaakt door elektromagnetische velden, overal waar sprake is van elektrische stroom of zendsignalen ontstaan elektromagnetische velden. In de buurt van sommige bronnen kunnen de elektromagnetische velden tot gezondheidseffecten leiden.

Elektromagnetische velden met frequenties van 0 tot 10 megahertz (‘laagfrequente velden’) kunnen elektrische velden en stromen in het lichaam opwekken, die zenuwcellen of spieren kunnen prikkelen. Als de velden en stromen in het lichaam sterk genoeg zijn, kan dat leiden tot tintelingen, pijn of spiertrekkingen. Bij nog hogere veldsterkten kan de hartfunctie verstoord worden. In het Arbeidsomstandighedenbesluit worden dergelijke effecten ‘gezondheidseffecten’ genoemd, omdat ze schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van werknemers.

Elektromagnetische velden met frequenties van 100 kilohertz tot 300 gigahertz (‘radiofrequente velden’) kunnen het lichaam of delen daarvan opwarmen. Als deze opwarming sterk genoeg is, kunnen gezondheidseffecten optreden. Mogelijke gezondheidseffecten van radiofrequente velden zijn hittestress of schade aan weefsels en organen.

 

Langetermijneffecten

De bepalingen voor elektromagnetische velden in het Arbeidsomstandighedenbesluit dienen ervoor om deze gezondheidseffecten te voorkomen.

De bepalingen in het Arbeidsomstandighedenbesluit en de limieten in de richtlijn zijn gebaseerd op de wetenschappelijk bewezen gezondheidseffecten en veiligheidsrisico’s op de korte termijn, die in de voorgaande paragrafen zijn beschreven.

Er is en wordt wetenschappelijk onderzoek gedaan naar mogelijke langetermijneffecten op de gezondheid van kortdurende of chronische blootstelling aan elektromagnetische velden in arbeidssituaties. Tot nu toe is daarin niet bewezen dat blootstelling aan elektromagnetische velden schadelijk is voor de gezondheid of veiligheidsrisico’s kan veroorzaken als de sterkte van de velden lager is dan de limieten waar het Arbeidsomstandighedenbesluit naar verwijst.

 

Stof

De branche RI&E benoemt de volgende soorten stof:

  • Dieselmotorenemissie.
  • Fijnstof

Dieselmotorenemissie (DME)

heeft verschillende effecten op de gezondheid, waaronder oogirritatie, hart- en vaataandoeningen, luchtwegklachten, ontstekingsreacties en longfunctieveranderingen, mogelijk samenhangend met COPD en astma. Daarnaast is er een verhoogde kans op longkanker en blaaskanker. Het is verplicht de blootstelling aan DME te voorkomen als dit technisch mogelijk is. Anders moet de blootstelling zo veel mogelijk worden beperkt.
 

Maatregelen dieselmotoremissie:

Allereerst dient bekeken te worden of de dieselmotor vervangen kan worden door een ander type aandrijving. Bij dieselmotor aangedreven arbeidsmiddelen waarvoor vervanging technisch nog niet mogelijk is moeten voorzieningen zijn getroffen om de blootstelling aan DME te voorkomen of te beperken tot een zo laag mogelijk niveau.
Dit kan door bijvoorbeeld:

  • Directe afvoer van DME via een directe aansluiting op de uitlaat naar een veilige plek buiten de machine kamer;
  • Aanbrengen van een goed werkend roetfilter;
  • De uitblaas richting van de uitlaat zo te plaatsen dat bij werkzaamheden aan dek men geen hinder heeft van de uitgeblazen rook;
  • Gebruik van zwavelarme dieselolie of brandstof met bio-componenten / GTL.

 

Fijnstof

Aan boord van binnenvaartschepen kan worden veroorzaakt door het beladen van stuivende stoffen en tijdens schuur- en bikwerkzaamheden. Gezondheidseffecten van fijn stof kunnen optreden door kortdurende blootstelling aan hoge concentraties maar ook bij langdurige blootstelling aan lagere concentraties.

De effecten zijn verminderde longfunctie, verergering van luchtwegklachten en vroegtijdige sterfte aan met name luchtwegklachten en hart- en vaatziekten. Het is van belang dat contact met fijnstof zoveel mogelijk wordt vermeden dit kan door tijdens het beladen van stuivende stoffen het dek/laadruim niet te betreden.

Tijdens bik- en schuurwerkzaamheden gebruik maken van stofafzuiging indien het niet anders kan, het dragen van geschikte adembescherming tegen (fijn)stof d.m.v. een P3 stofkap/filter.

 

Maatregelen om de risico’s te beperken

Om te beginnen biedt een goede werkplek voldoende armslag om de werkzaamheden naar behoren te kunnen verrichten. Om gezond en veilig te kunnen werken is voldoende (dag)licht nodig en gelden criteria voor temperatuur, ventilatie, geluid en verder de bovengenoemde onderwerpen.
Als er ondanks goede omstandigheden risico’s voor de gezondheid overblijven, dan moeten werkgever en de werknemer hiervan op de hoogte zijn. Samen kunnen ze vaststellen hoe je de risico’s zoveel mogelijk beperkt. Dit kan op de onderstaande manieren:

  • RI&E maken.
  • Plan van Aanpak, uitwerken bespreken en beheersen.
  • Voldoende onderricht en training.
  • Ergonomie (zo efficiënt mogelijk en zonder gezondheidsklachten en veiligheidsrisico’s)

 

 

Wetgeving en overige informatie